Je wilt restylen of een nieuwe zaak openen, maar wat kost een nieuw ontwerp? Designers geven een kijkje in de kosten. ‘Bij teruglopende omzet red je het niet met kleine aanpassingen in je horecainterieur. Houd dan rekening met €1000 per vierkante meter’. Ook geven ze tips hoe je de houdbaarheidsdatum van een ontwerp verlengt en je de zaak up-to-date houdt.
Een ontwerp laten maken voor een nieuw horecainterieur, restyling of nieuwe zaak, kost geld. De kosten zijn afhankelijk van veel factoren. Een aantal designers geeft toch tips over en indicaties van een financieel plaatje.
Ontwerper Hans Kuijten uit Nuenen schetst een situatie van een zaak met een oppervlakte van 100 tot 200 vierkante meter. ‘Gemiddeld kost een ontwerp dan tussen de €10.000 en €15.000. Hiervoor krijg je een eerste schetsplan en moodverhaal, inclusief besprekingen en sessies van de terugkoppeling’, aldus Kuijten. Het uitwerken in details en de technische tekeningen zitten hier nog niet in. Deze kosten worden apart berekend. Kuijten: ‘Als je deze werkzaamheden in uren omzet, zit je al snel aan honderd werkuren.’
Rein Rambaldo van De Horeca Fabriek stelt dat bij restyling de vraagstelling heel belangrijk is. Wil je restylen omdat de omzet terugloopt, of wil je dit omdat je je gasten weer eens wilt kietelen? Rambaldo: ‘Bij teruglopende omzet ga je het niet redden met een paar kleine aanpassingen. Dan kan het zo ver teruglopen, dat je zelfs het concept moet aanpassen. Dan moet je rekening houden met €1000 per vierkante meter. Als je de boel alleen wilt opfrissen, dan is het natuurlijk een stuk voordeliger. Dan zit je tussen de €300 en €500 per vierkante meter. Uiteindelijk gaat het altijd om het omzetpotentieel; dat moet haalbaar zijn’, zegt Rambaldo.
De restyling van een zaak is bij Smeele opgebouwd uit drie fases: ontwerpfase, uitvoeringsfase en inrichtingsfase. De ontwerpfase bestaat uit het maken van een conceptidee, een schetsontwerp – mogelijk begeleid door referentiebeelden – en 3D-renders. De aansluitende ontwerpfases behelzen de uitwerking van het schetsontwerp van voorlopig ontwerp tot en met een definitief ontwerp, met mogelijk bestek, vergunningsaanvraag, constructie-onderleggers. De gemiddelde kosten voor het conceptidee met het schetsontwerp en de 3D-renders bedragen tussen de €4500 en €7500, exclusief btw, afhankelijk van de vraagstelling.
Will Erens van Too Many Agencies vindt het moeilijk een ontwerp te beprijzen, omdat er zoveel factoren meespelen. Erens: ‘Want hoe zit het bijvoorbeeld met de voorgevel, electro of het bouwkundig verhaal? Meestal beginnen we vanaf een bedrag van €20.000.’
Tip van Paul Linse van Studio Linse is om als ondernemer in ieder geval een budget te bepalen en niet te schromen dit aan de architect te communiceren. Linse: ‘Dit is van essentieel belang om tot een realistisch ontwerp te komen. De hoogte van het bedrag maakt dan in principe niet uit. Waar het om gaat, is dat het een ambitieniveau aangeeft. En het is een sterke richtlijn voor het proces.’
Het team van DutchConcept geeft aan dat een ondernemer voor €3500 een goed ontwerp met een complete visualisatie heeft, waarin de sfeer en materialen compleet zichtbaar worden. Het designbureau uit Helmond vindt het echter belangrijker dat het ontwerp samengaat met een duidelijk visie en werkwijze van de ondernemer. ‘In een helder ontwerp zijn, binnen het beschikbare budget, de wensen van de ondernemer vertaald naar onder andere materialen, kleuren en uitstraling. Een goed ontwerp loont zich op de lange termijn. Denk hierbij aan de optimalisatie van het aantal zitplaatsen, logistiek, routing en schoonmaak. Een investering in een goed ontwerp verdient zich altijd terug’, vertelt het team van DutchConcept.
Designer Jeroen Smeele stelt dat de houdbaarheidsdatum van een ontwerp en een interieur tussen de 5 en 7 jaar ligt. Hans Kuijten voegt hieraan toe: ‘Na 5 jaar moet je zeker eens gaan kijken of alles nog up-to-date is en besluiten waar je het één en ander moet aanpassen. Je hoeft natuurlijk niet gelijk een compleet nieuw interieur of verbouwing door te voeren, maar een restyling kan al heel goed werken en resultaat opleveren’, aldus Kuijten. Hij geeft aan dat vervangen en verandering in de natte horeca sneller gaat dan in de hotelbranche. ‘Hotelinterieurs kunnen wel 10 tot 15 jaar mee.’
Will Erens noemt 3 jaar als termijn voor aanpassingen. Erens: ‘Het is afhankelijk van het ontwerp. De kunst is een klassieker te ontwerpen. Commercieel gezien adviseer ik na elke 3 jaar een hoekje op te waarderen en dan jaarlijks aan te passen. Heel klein, maar gasten zien wel dat je werkt aan je zaak.’
Esther Stam van Studio Modijefsky streeft ernaar tijdloze horecainterieurs te ontwerpen, zodat ze een lange tijd meegaan. Stam: ‘Wel moeten interieurs worden bijgehouden en moeten er onderdelen worden vervangen, omdat de ruimtes intensief worden gebruikt. Gedurende de jaren worden opstellingen soms ook veranderd. Het is belangrijk dat dit kan binnen een ontwerp.’
Ook Rein Rambaldo noemt het belang van regelmatig de zaak opfrissen. Volgens hem gaat een nieuw concept 5 tot 10 jaar mee en moet de horecaondernemer om het jaar de boel licht opfrissen. Rambaldo: ‘Doordat er de laatste jaren zo veel horeca bij is gekomen, moeten ondernemers aan hun zaak blijven werken. We noemen een horecazaak vandaag de dag ook gewoon een ‘klushuis’. Je kunt echt geen moment verslappen.’ Dit was vroeger echt wel anders. Dat heeft volgens Rambaldo met social media te maken. Gasten fotograferen namelijk alles en dus ook meubels met scheuren in de stoffering. ‘Helaas bestempelen gasten, en met name millennials, dit als zeer negatief: als de kwaliteit van het interieur slecht is, is dat ook vaak met de gerechten zo’, zegt Rambaldo.
Vroeger werden horecaconcepten gebouwd ‘voor de eeuwigheid’. Paul Linse constateert dat we door onze huidige swipe-cultuur snel verveeld en veeleisend zijn. Linse: ‘We zien alles voorbijkomen en willen steeds weer dat laatste nieuwigheidje. Horecaondernemers willen de plank niet misslaan en ik zie het als mijn taak hen te behoeden voor keuzes die maar al te snel worden weggehoond.’ Wat een mooie tussenweg volgens Linse kan zijn, is een rustige basis in een interieur, zoals vloeren, wanden en plafonds, en het ‘losse’ meubilair expressiever neerzetten. Deze expressievere accenten en meubelstukken kunnen na verloop van tijd worden vervangen. Linse: ‘Op deze manier kan er toch met nieuwe tendensen worden meegegaan, zonder al te veel uit te geven.’
Door franjes, toeters en bellen zoveel mogelijke weg te laten, hoopt Linse interieurs te creëren die lang meegaan en de tand des tijds goed kunnen weerstaan.
Ook het team van DutchConcept ziet interieurs sneller veranderen dan vroeger. De houdbaarheidsdatum van een concept is volgens het team sterk afhankelijk van de stijl. ‘Het is daarom slim om de basis niet te stijlbepalend te maken. De stijlbepalers die als toevoeging worden gebruikt daarentegen, kunnen na een periode makkelijk worden vervangen. Zo gaat de zaak met de tijd mee en laat het zien dat de ondernemer investeert in het ‘behagen’ van de gast’, aldus DutchConcept.
Designers komen het vaak tegen: horecaondernemers die een beperkt budget hebben om te (re)stylen maar wel een compleet nieuwe look en feel willen creëren in hun zaak. De ontwerpers geven allemaal aan dat een restyling dan niet werkt. ‘Het levert niet het gewenste resultaat op.’ De meerwaarde valt meestal tegen. Wat kan de ondernemer wél doen om de zaak te pimpen met relatief weinig geld? Tips van negen designers.